Ingediend op december 14th, 2005 door bartcaron
De heer Bart Caron
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, leden van de regering, geachte collega’s, ooit leerde ik op school dat spreken zilver is, maar zwijgen goud. Dat zou in dit geval iets te eenvoudig zijn.
Wat een non-debat is me dat! Durft iemand hier de straat oplopen en aan Jan Modaal uitleggen waar het echt over gaat? Het gaat niet over straffen. Op de interministeriële conferentie komt minister Onkelinx met de gemeenschapsministers overeen dat ze op een aantal punten alternatieve voorstellen kunnen indienen als daarover een consensus bestaat. Tot grote verbazing van het federale niveau slagen ze daar ook in. Er moeten dan manoeuvres worden uitgehaald om dat ongedaan te maken.
Wat is ons standpunt?
We moeten ons afvragen wat we willen. We moeten ons ook afvragen of het consensusvoorstel dat nu op tafel ligt, een verbetering is.
Mijn uitgangspunt is dat we een goede en correcte regeling moeten hebben. Die moet beantwoorden aan de principes van goed bestuur. Ze moet bovendien evenwichtig zijn. We mogen geen onnodige vertraging veroorzaken in verband met het wetsontwerp. De huidige wet dateert van 1965. We hebben er alle belang bij om die te actualiseren en te moderniseren. We moeten ervoor zorgen dat we een goede wet krijgen. Daarom moeten we ons afvragen of het consensusvoorstel een verbetering is. Ik denk het wel.
De uithandengeving wordt veranderd. Ongeveer 16,5 percent van de uithandengevingen heeft geleid tot effectieve gevangenisstraffen. De uithandengeving is dus geen doeltreffend instrument gebleken. Het gros van de dossiers werd geseponeerd. Er werd ook vaak met uitstel over beslist. De uithandengeving is bovendien in strijd met de kinderrechten.
Heeft de Kamer tot op heden dan niet goed gewerkt? Er is het wetsontwerp-Verwilghen geweest en er is nu het wetsontwerp-Onkelinx. Er is daarover al tamelijk veel gediscussieerd. Ik wil de mensen van onze fractie niet ophemelen, maar er zijn heel wat verbeteringen aangebracht in het ontwerp-Onkelinx. Het is niet slecht, maar het kan altijd beter.
Mevrouw Ceysens, misschien moet ik even verwijzen naar het ontwerp-Verwilghen. De uithandengeving, die u zo graag wilde behouden in het ontwerp-Onkelinx, werd in het ontwerp-Verwilghen niet weerhouden. Laat dat duidelijk zijn. Dat kan tellen als inconsequentie. Er komt nu een systeem waarin wordt gesproken over maatregelen en sancties, de jeugdversies van straffen.
Er is een sterke vraag om hulp, maar ook om sancties. De sector wacht op antwoorden. De sector weet evenwel maar al te goed waar de echte problemen zich situeren en vandaan komen.
Laten we hier even over nadenken. Het gaat hier eigenlijk om de samenleving waarin we leven. De problemen komen niet uit de lucht gevallen. Onze problemen zijn verbonden met een samenleving die een grote mate van kwetsbaarheid vertoont. Mensen hebben het moeilijk om overeind te blijven en om zich te ontwikkelen. De werk-, inkomens- en prestatiedruk wordt steeds groter. Dit geldt niet enkel voor mensen uit kansarme milieus, ook hoger opgeleide tweeverdieners komen steeds vaker in dergelijke situaties terecht.
We mogen dit fundamentele samenlevingsproblemen niet louter met sanctiemaatregelen aanpakken. We discussiëren hier eigenlijk over de symptoombestrijding. We hebben nog een oplossing ten gronde. Het gezinsbeleid en het onderwijs moeten ons helpen deze problemen aan te pakken. Kiezen we hier voor een correct jeugdsanctierecht? Welke toetsingsbasis moeten we hanteren? Mijns inziens moet een correct beleid evenwichtig zijn. We moeten een evenwicht vinden tussen preventie, hulpverlening, opvoedingsmaatregelen en sancties.
Zoals mevrouw Vogels daarnet al heeft gezegd, moeten we adequaat optreden. We moeten snel en efficiënt op kleine incidenten reageren.
Zorgt het federale niveau momenteel voor een correcte aanpak? Is de bestaande wetgeving evenwichtig en modern? Houdt ze het midden tussen hulpverlening en sancties en tussen welzijn en verantwoordelijkheidszin? We moeten steeds uitgaan van de belangen van de minderjarigen. We moeten kiezen voor een jeugdspecifieke aanpak. Er mag op geen enkel terrein een vermenging met het volwassenenrecht totstandkomen. We moeten een breed palet aan maatregelen in het leven roepen. Alle straffen moeten gericht zijn op het reïntegreren, het heropvoeden en het weer normaal in de samenleving laten functioneren van jongeren.
De vijf krachtlijnen die de Vlaamse Regering voor de evaluatie van het beleid naar voren heeft geschoven, moeten voor ons ook de toetssteen vormen. Zal het voorliggend wetsontwerp een verbetering inhouden?
De sancties door de correctionele kamer van een jeugdrechtbank lijken ons beter dan de uithandengeving. Op deze manier blijft het dossier op een en dezelfde plaats. De jeugdrechter kan sancties en andere maatregelen op een evenwichtige manier combineren. De uitvoeringsrechtban
k kan sancties in opvoedkundige, aan bepaalde voorwaarden verbonden maatregelen omzetten. Nu weten de betrokken jongeren dat de jeugdrechter hen eigenlijk geen sanctie kan opleggen. Dat is voorbij.
De heer Bart Caron:
Ja, onze Kamerfractie heeft dat mee goedgekeurd.
De heer Jos Stassen:
Mijnheer Caron, ik zou straks graag voor u applaudisseren, want u houdt een sterke uiteenzetting, maar ik zou nu graag weten waar u voor pleit. U pleit ervoor dat de jeugdrechter kan oordelen. Pleit u voor een aangepast strafkader of niet? Dat is het cruciale punt. Als u hierover duidelijkheid creëert, zal ik straks met veel enthousiasme applaudisseren.
De heer Bart Caron:
Mijnheer Stassen, het gaat over de strafmaat. De federale Kamer en Senaat zijn bevoegd om te beslissen over de strafmaat. Laat dat duidelijk zijn: het is geen bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Collega’s, zijn jullie van mening dat een identiek strafrecht moet worden toegepast voor jongeren van 16 tot 18 jaar? In de huidige regeling is ook een uithandengeving naar assisen mogelijk. Het gaat hier over de behandeling door de jeugdrechtbank van correctionaliseerbare feiten.
Als u jongeren een perspectief wilt bieden, moet u redelijk en billijk zijn. U moet jonge mensen een reïntegratiekans in de samenleving bieden, maar als het nodig is, moeten we ze ook sancties opleggen. We moeten dus een evenwichtige aanpak hebben.
Mijnheer Stassen, de uithandengeving zoals in het huidige wetsontwerp-Onkelinx staat, is niet ons meest geliefde denkspoor, noch voor sp.a, noch voor spirit. Elke stap die daarvan afwijkt, is een stap vooruit. Het consensusvoorstel van de Vlaamse Regering is een belangrijke stap vooruit. We zouden het betreuren als ook voor de strafmaat geen redelijkheid in de gedachten aanwezig kan zijn. Een opbod van law and order is niet correct. Tegen de mensen die echt sancties willen opleggen, wil ik zeggen dat we toch een belangrijke stap vooruit zetten als we jongeren die zware misdrijven begaan streng kunnen straffen. Het moet toch altijd de bedoeling zijn om iedereen nieuwe kansen te geven, desnoods ook na een strenge straf.
Mevrouw Marijke Dillen:
Mijnheer Caron, u moet de discussie wel eerlijk voeren. Er bestaat inderdaad de mogelijkheid om mensen die zware feiten hebben gepleegd vanaf een bepaalde leeftijd uit handen te geven. Hoe denkt u dat de familie van de heer Mombaerts heeft gereageerd toen de moordenaar na een maand op vrije voeten was?
De heer Bart Caron:
Ik wil er even op wijzen dat er een nieuw jeugdrecht komt om dit soort problemen op een adequate manier aan te pakken.
Mevrouw Patricia Ceysens:
Mijnheer Caron, ik heb u nu toch met vuur het bereikte compromis horen verdedigen. In het begin van uw uiteenzetting dacht ik dat u vond dat het ‘much ado about nothing’ was.
De heer Bart Caron:
Mevrouw Ceysens, er was een consensusvoorstel, maar u hebt dat in de wind gezet.
Mevrouw Patricia Ceysens:
Gaat u ermee akkoord dat het huidige compromis een goed compromis is? Dat hoor ik u zeggen.
Mevrouw Mieke Vogels:
Wie wou er ook weer een punt zetten achter de discussie?
Zetten we stappen vooruit? Ja. Is het perfect? Neen. We rekenen erop dat de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hun bevoegdheden, namelijk de preventie, de hulp en bescherming en de lange wachtlijsten en noden die vandaag in de sector bestaan, volop en hard zullen inzetten.
We moeten af van ‘middeleeuwse’ overdracht van jachtrechten
Alternatieven voor dierproeven
Ketnet wil zender voor allerkleinsten, “Legitieme vraag en begrijpelijke ambitie”
Gereglementeerde boekenprijs unaniem goedgekeurd door Vlaams parlement
Wat liep er fout met de bescherming Villa Slabbinck? (Brugge)
Groen verwelkomt Bellegemse windmolens, maar vraagt ‘windplan’ voor regio Kortrijk
Woede van boeren terecht, maar alleen ander landbouwmodel geeft boeren een zekere toekomst.
Provinciebestuur W-Vl verliest vele (culturele) instellingen
Bart Caron : “Overdracht cultuurbevoegdheden provincies is een wangedrocht !”
Nog geen bescherming poldergraslanden
Brugge weert plooifiets uit overheidsgebouwen
De Leie of het Kanaal naar Roeselare: Groen wil meer binnenvaart
Kortrijk Airport, milieuvergunning aangepast?
Wanneer faire prijzen voor landbouwproducten?
Burgerkabinet ontslaat Gatz niet van plicht om al bestaande inspraak te versterken
Steeds meer monumenten wachten op broodnodig onderhoud. Ondertussen verkrotten ze
Freya Piryns voorgedragen als vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de VRT
Regering krimpt beloofde natuurgebieden langs de Leie sterk in
Bruggen in Kortrijk, werkende verlichting op de fietspaden is een brug te ver…
LAR-zuid, woordbreuk van de stadscoalitie
Informatie, diverse sporten en cultuur moeten prioriteit VRT blijven
‘Gemeenteraad is wachtzaal voor wie schepenambt wil’
Persmededeling: Groen maakt werk van versterking West-Vlaamse open ruimte.
Persbericht: 5 Groene werven voor een impuls in West-Vlaanderen.
Copyright 2024 - bartcaron.be // Design: Het Concept / Matthias Malfrere - Web development: ikhona